Hondenrassen |
|
KAUKASISCHE HERDERSHOND
Rasgroep: Herdershonden Aard : zeer wantrouwig Gemiddelde levensduur : 14 jaar Schouderhoogte : reuen minstens 70 cm, teven minstens 68 cm Gewicht : 40-50 kg Vacht : grijs, rossig, bruin, wit, schimmel, gevlamd Aanleg : geduchte waakhond Omgang met kinderen : is niet geschikt als gezelschapshond Omgang met andere honden : zeer dominant Leefruimte : een tuin is onontbeerlijk; veel beweging nodig Vachtverzorging : zeer beperkt; regelmatig borstelen Standaard Algemeen De Kaukasische Herdershond moet meer dan middelmatig groot of zeer groot zijn,
en een krachtige, grove constructie. Van nature moet deze hond kwaadaardig en
wantrouwend tegenover vreemden staan. Bijzonder opvallend is zijn uithoudingsvermogen,
met name bij sterk wisselende temperaturen en klimatologische veranderingen.
Daardoor kan de Kaukasische Herdershond zich in alle delen van de Sovjet-Unie
handhaven. Het meest komt hij voor in Grusenië, Armenië, Azerbeidzjan, Turkestan,
de Kalmukken, in de steppen ten noorden van de Kaukasus en in de streek rond
Astrakan. Hoofd Massief, met een brede schedel, zware jukbeenderen, een breed en vlak voorhoofd,
en een duidelijke schedelgroef. Een lichte stop. De voorsnuit en schedel zijn
even lang. De voorsnuit versmalt naar de neuspunt. Dikke, op elkaar sluitende
lippen. De neusspiegel is groot, breed en zwart; bij witte en lichtgekleurde
honden bruin. Gebreken: een gebogen voorhoofd; diepe stop; te korte of te lange
voorsnuit; overhangende lippen. Gebit De tanden zijn wit, goed ontwikkeld en dicht bij elkaar geplaatst. Het gebit
is scharend. Oren Hangend, hoog aangezet Ogen Ovale, kleine, diepliggende ogen. Lichaam De hals is kort, gespierd, krachtig ontwikkeld en matig hoog aangezet. De kaarsrechte
ruglijn vormt met een door het midden van de hals getrokken lijn een hoek van
30-40°. De borstkas is breed, diep, licht gewelfd en reikt tot aan of iets onder
de ellebogen. De schoft is breed en goed bespierd, boven de ruglijn verheven.
De rug is breed, recht en goed bespierd. De lendenen zijn kort, breed en licht
gewelfd. De buik is iets opgetrokken. Het kruis is breed, lang, gespierd en
vlak. Formaatindex: 102-108. Tekortkomingen: een smalle, platte, nietontwikkelde
borstkas; een recht of scherppuntig schouderblad; een kromme of ronde rug; lange,
te sterk gewelfde lendenen; een smal, kort en sterk hellend kruis; afwijkingen
van de formaatindex; afwijkingen van de schouderhoogte (reuen minder dan 70
cm, teven minder dan 68 cm). Benen Bottenindex: reuen 21-22, teven 20-21. De voorbenen zijn van voren gezien recht
en evenwijdig. De middenvoeten vormen met de bovenlijn een hoek van 100°. De
lengte van de voorbenen tot aan de ellebogen is groter dan de helft van de schouderhoogte
(index 50-54). Een klein verschil in deze index wordt als fout aangemerkt. De
middenvoet is kort, massief, kaarsrecht of licht gebogen. Lengte van de middenvoet
bij reuen 14-17 cm, bij teven 13-15 cm. Van achteren gezien zijn de achterbenen
recht en evenwijdig. Korte middenvoeten, krachtige, brede bespiering. Massieve
sprongen, in stand niet te wijd. Tekortkomingen: slappe polsen; ernstige afwijkingen
van de gewenste stand van de achterbenen. Voeten De voor- en achtervoeten moeten groot, ovaal en gewelfd zijn. Tekortkoming:
zeer platte voeten. Staart Hoog aangezet en tot aan het spronggewricht reikend. Wordt in een krul gedragen. Vacht Rechte, grove haren met een goed ontwikkelde onderwol, die lichter van kleur
is. Op het hoofd en de voorkant van de benen zijn de haren korter en liggen
vlakker aan. Kleur Grijs, licht rossig, wit, bruin, schimmel, gevlamd. Bijzonderheden Gangen: een vrij bedachtzame gang; een speciaal kenmerk is de korte
stap, die meestal bij snellere gang in galop overgaat; bij het gaan bewegen
de benen zich in evenwijdige vlakken; de rug en de lendenen bewegen zich soepel;
schoft en kruis blijven horizontaal liggen tijdens de draf. |
Copyright MyCorp © 2024 Contact Us |