|
De hondenneus
De reukzin van honden is veel beter ontwikkeld
dan bij de mens. In de eerste plaats komt dit door het grotere aantal
reukcellen. Men kan stellen, dat hoe langer de snuit, des te beter het
reukvermogen. Tussen de verschillende honderassen bestaan dan ook
aanzienlijke verschillen op dit punt. De mens heeft ongeveer 10 cm²
reukepitheel, de hond daarentegen gemiddeld 100 cm², maar dat varieert
tussen 30 cm² bij een Franse bulldog en 169 cm² bij een Duitse herder.
Beroemd en berucht is de bloedhond vanwege zijn vermogen om sporen te
volgen.
De kwaliteit van de reukzin wordt echter ook door andere factoren
bepaald, want metingen hebben aangetoond dat het reukvermogen van een
hond rond één miljoen keer beter is dan dat van de mens. Daarbij speelt
dat honden met korte inspiraties rond 300 keer per minuut kunnen
ademen, zodat er steeds nieuwe aanvoer van verse lucht is. Het
belangrijkste onderdeel van het reukvermogen vormen echter de hersenen.
In de hersenen worden de binnenkomende signalen verwerkt. Het is
aangetoond, dat honden 'stereo' kunnen ruiken. De hond voelt dus of een
geur van rechts of van links komt. Op deze manier kan hij de richting
van een geurspoor beoordelen. De reukhersenen zijn in vergelijking met
de mens ook veel groter. Ze nemen 10% van de hondenhersenen in beslag
(tegen 1% bij de mens). Honden kunnen bovendien geuren ook via het
Orgaan van Jacobson waarnemen.
|