
Rasgroep: Staande Jachthonden, Spaniels en Retrievers
Aard : waardig, evenwichtig, meegaand, intelligent
Gemiddelde levensduur :
Schouderhoogte : 55-67 cm
Gewicht :
Vacht : gladharig; wit met kastanjekleurige of oranje vlekken, of lichtere tinten
Aanleg :
Omgang met kinderen :
Omgang met andere honden :
Leefruimte :
Vachtverzorging :
Standaard
Algemeen
Italiaans ras. Een krachtige, harmonieus gebouwde hond met losse gangen en een uitgrijpende, lichte draf. Jagend wordt het hoofd tamelijk hoog gedragen, met de neus iets boven de ruglijn. Ernstige, zachte en intelligente uitdrukking. Hij heeft veel weerstandsverrnogen en is geschikt voor alle soorten jacht. De voorkeur wordt gegeven aan honden met droge lichaamsdelen en duidelijk afgetekende spieren.
Hoofd
Lang, hoekig gevormd, onder het oog enigszins ingevallen en met een sterk aangegeven
achterhoofdsknobbel. Voorhoofd en wenkbrauwbogen zijn goed aangegeven. Weinig
ontwikkelde stop. Goed ontwikkelde kaken. Licht gebogen of rechte neusrug, die
eindigt in een brede neusspiegel. Deze is min of meer roze, vleeskleurig of
bruin van kleur, afhankelijk van de vachtkleur. Grote, goed geopende neusgaten.
De voorsnuit is van voren eerder vierkant en van opzij gezien afgerond. Het
verlengde van de neuslijn moet onder de lijn van de achterhoofdsknobbel liggen,
nooit erboven. Bij een goed gevormd hoofd wordt de lengte van de achterhoofdsknobbel
tot de neuspunt door het uitstekende deel bij de ogen precies in tweeën gedeeld.
De voorsnuit moet zo breed zijn, dat deze voldoende ontwikkeld is om (van voren
gezien) de zijkanten van het hoofd te verlengen. De lijn van de voorzijde van
de kaak wijkt licht naar achteren. De goed ontwikkelde bovenlip is fijn, bedekt
de onderlip aan de voorzijde en hangt er aan de zijkanten iets overheen. Van
voren gezien vormt de bovenlip een omgekeerde V, die iets onder de neus begint
in een scherpe hoek en naar de uiteinden toe rond uitloopt.
Gebit
Onder- of bovenvoorbijten is fout.
Oren
Goed ontwikkeld. Reiken tot de neuspunt. Boven het oog aangezet; nogal naar achteren. Soepel. Naar voren gevouwen. Worden dicht tegen de wang gedragen.
Ogen
Niet uitpuilend, maar ook niet diepliggend. De ogen moeten goed geopend en ovaal van vorm zijn. Ze moeten goed aansluitende oogleden hebben. De kleur is okergeel of geel, afhankelijk van de kleur van de vacht. Goedaardige uitdrukking.
Lichaam
Ruime, diepe borstkas. De ribben zijn van onderen en aan de zijkanten meer
gebogen dan van boven. De onderborst bevindt zich ter hoogte van de elleboog.
De schoft is hoog. De borst moet in verhouding tot het lichaam breed zijn. De
ruglijn bestaat uit twee lijnen: de een is bijna recht en loopt van de schoft
tot de elfde ruggewervel, de ander verloopt horizontaal in stevige, goed gebogen
lendenen.
De buiklijn is nagenoeg recht en loopt in een brede boog omhoog naar de voorborst.
Een opgetrokken buik wordt als een ernstige fout beschouwd. De lendenen zijn
breed, gespierd, tamelijk kort en gewelfd, vooral bij de reu. Lang, goed gespierd
kruis, dat enigszins schuin afloopt, waarbij eenhoek van 30 graden wordt gevormd
met de ruglijn. Krachtige, tamelijk korte nek, passend bij het geheel en goed
gescheiden van de nekaanzet. Lichte, soepele keelhuid.
Geen zware keelhuid of een ware die uit een enkele plooi bestaat. Krachtige,
goed gespierde schouder, die lang en schuin is. Schuine opperarm die dicht tegen
het lichaam staat. Tamelijk lange dijen, niet uitstaand. De dijen zijn goed
gespierd en van achteren bijna recht. De huid is dik maar soepel; fijner op
het hoofd, de keel, de oksels en op de onderzijde van de romp. De kleur van
de slijmvliezen is in overeenstemming met die van de vacht; nooit zwartgespikkeld.
Schouderhoogte: 55-67 cm.
Benen
De onderbenen van de voorhand zijn stevig en rechtopstaand. De droge middenvoeten zijn behoorlijk lang en enigszins gebogen. De achterbenen zijn sterk. De brede, maar niet overmatig gebogen sprongen zijn goed verticaal.
Voeten
Stevig, groot en rond. Enigszins lange tenen, die goed gesloten zijn en bedekt worden door kort haar. De korte, droge middenvoeten zijn niet naar buiten of naar binnen gedraaid. Sterke, gebogen, witte, okergele of bruine nagels. Droge, elastische voetzolen. Bij voorkeur met hubertusklauw. Dubbele hubertusklauwen zijn toegestaan.
Staart
Dik aan de wortel, recht, iets dunner uitlopend. Niet borstelig. Wordt horizontaal gedragen. In actie en tijdens de jacht omhoog, in rust laag. Tot op 15-25 cm ingekort.
Vacht
Kort, dik en glanzend. Fijner en korter op het hoofd, de oren, de schouders, de dijen en de binnenkant van de ledematen en de voeten.
Kleur
Wit; wit met min of meer grote oranje of barnsteenkleurige vlekken die lichter of iets donkerder kunnen zijn; wit met min of meer grote kastanjebruine vlekken; wit met lichtoranje spikkels (melato); wit met kastanjebruine spikkels. De voorkeur wordt gegeven aan een symmetrisch masker; afwezigheid van een masker wordt toegestaan.
Bijzonderheden
Fouten: grootte en gewicht afwijkend van wat de standaard voorschrijft,
zelfs als deze niets afdoen aan het esthetische beeld en het werkvermogen van
de hond; overdreven keelhuid en rimpels op het hoofd; lange, golvende vacht;
bevedering op de borst, de buik en de benen; overmatig uitstekende wenkbrauwbogen;
onder- of bovenvoorbijten; te lichte of te donkere ogen; uitgezakt onderste
ooglid; amandelvormige ogen; te zware of hangende lippen; niet voldoende ontwikkeld
oor, of oren die te vlak, te hoog aangezet, driehoekig of te dik zijn, of te
breed zijn afgerond; bleke vlekjes; te donker kastanjebruin; eenkleurige vacht.
Niet toegestaan: zwarte, zwart-witte, driekleurige, wildkleurige, effen
bruine of black-and-tankleurige vacht. Een dubbele neus is diskwalificerend.