Rasgroep: Dameshonden
Aard : heel zachtmoedig, opgewekt, afstandelijk tegenover onbekenden
![]() |
Gemiddelde levensduur : 10 jaar
Schouderhoogte : ongeveer 30 cm
Gewicht : minder dan 4,5 kg
Vacht : alle kleuren en tinten
Aanleg : gezelschapshond
Omgang met kinderen : zeer goed
Omgang met andere honden : zeer goed
Leefruimte : ideale flathond
Vachtverzorging : geen
Standaard
Algemeen
Een kleine, slanke bond met fijne botten, bedrijvig en gracieus, met een glad, onbehaard lichaam. Behaard hoofd, benen en staart. Karakter: opgeruimd, schrander, trots en niet agressief.
Hoofd
De schedel moet licht gewelfd en lang zijn, de oren laag aangezet waarbij de basis van het oor op de ooglijn ligt. De wangen komen goed uit, zijn droog en vlak en gaan geleidelijk over in de snuit. De voorhoofdsgroef (stop) is duidelijk aangegeven, maar niet overdreven diep. Een glad hoofd zonder overdreven rimpels. De afstand van de achterhoofdsknobbel tot de stop is gelijk aan die van de stop tot de neuspunt. De snuit wordt naar het uiteinde toe steeds smaller, zonder puntig te worden. Hij is glad, zonder naden. De smalle neuspunt, die goed in het verlengde van de snuit ligt, is een raskenmerk. Alle tinten zijn toegestaan. Het hoofd moet voor alles sierlijk zijn, met een levendige uitdrukking, zonder enige grofheid. De lippen zijn fijn en sluiten goed aan.
Gebit
Een schaargebit of tanggebit (de bovenen ondersnijtanden sluiten als een schaar of een tang). Premolaren ontbreken, wat genetisch gekoppeld schijnt te zijn aan de haarloosheid. De tanden zijn zwak, met een zeer dunne glazuurlaag. Een gezond en volledig gebit verdient aanbeveling, maar een zwak ontwikkeld gebit zonder premolaren mag nooit doorslaggevend zijn bij de beoordeling van deze variëteit.
Oren
Moeten rechtop worden gedragen en groot zijn. Franjes aan de oren zijn toegestaan.
Ogen
Donker, op zwart af, weinig wit zichtbaar. Bol, maar niet uitpuilend. Amandelvormig en wijd uit elkaar geplaatst.
Lichaam
Soepel, glad, naakt. De huid is fijn van textuur, glad, voelt warm aan. Fijne
en smalle schouders. De hoek schouderblad-opperarm is ongeveer 90°C. De horst
is vrij breed en diep, maar de borstkas mag niet te rond zijn. Het boegpunt
is niet duidelijk afgetekend. De horst moet tot aan de ellebogen reiken en geleidelijk
overgaan in de opgetrokken buik. Van boven gezien mogen de flanken niet buiten
de ellebogen uitsteken. De ruglijn is recht. De lichaamslengte van de hond moet
iets meer bedragen dan de schouderhoogte. Fijne hals, zonder keelhuid, lang
en elegant. De hals wordt in beweging hoog gedragen, bij het hoofd enigszins
gebogen en geleidelijk overgaand in de schoft die duidelijk is aangegeven.
Ideale schouderhoogte: reuen 28-33 cm; teven 23-30 cm. De kleinste exemplaren
moeten de voorkeur genieten, mits ze voldoende type vertonen. Gewicht: mag niet
meer bedragen dan 4,5 kg en moet in verhouding zijn met het formaat van de hond.
Zwaardere honden moeten worden uitgesloten.
Benen
Lang en dun, goed onder het lichaam geplaatst, vrij lang om een sierlijke gang te verkrijgen. De ellebogen zijn goed aangesloten met een zuivere en regelmatige beweging. De middenvoeten zijn lang maar stevig, bijna Ioodrecht geplaatst. De knie is dun en licht gebogen.Het kruis is goed afgerond en gespierd. De lendenen zijn sterk. De benen zijn stevig en lang met laag geplaatste bakken. Voldoende hoeking om een rechte rug te verkrijgen. De achterbenen staan wijd uiteen en in beweging zorgen ze voor een grote stuwkracht.
Voeten
Uitgesproken 'hazevoeten', smal, met zeer lange teenkootjes, vooral die van de achterbenen. Die lijken zelfs zo lang dat men aan een extra kootje zou kunnen denken, wat uiteraard niet het geval is. De nagels zijn middelmatig lang. Ze mogen van dezelfde kleur zijn als de tenen, ook wel zwart, of wit. De voeten mogen niet naar binnen of naar buiten gedraaid zijn. De pas moet lang en soepel zijn.
Staart
Hoog aangezet, in actie hoog of horizontaal gedragen, lang en in een franje eindigend. Geen krulstaart of haakstaart. In rust, of als de bond wordt gekeurd, hangt de staart naar beneden.
Vacht
De ideale kuif begint bij de stop en loopt tot aan de schedelbasis. Hoewel een grotere aanzet van de kuif toelaatbaar is, moet de haarinplant geleidelijk aan verminderen en eindigen op een punt dat op het eerste derde gedeelte van de hals ligt. Welke lengte de vacht ook heeft, de kuifharen moeten lang en soepel zijn. De samenstelling van het haarweefsel moet zacht en zijdeachtig zijn, bij kleine honden zachter dan bij grote. Wat de sokjes betreft, zijn uitsluitend behaarde tenen ideaal. Er mag hoogstens tot de polsen enig haar aanwezig zijn. Lange en soepele staartplein. Hoogstens twee derde deel vanaf de punt mag behaard zijn. Een juiste begrenzing van het haar is niet zo belangrijk als de algemene verschijning van de hond. De behaarde delen verdwijnen meestal geleidelijk aan. Een hond in natuurlijke staat getoond (dat wil zeggen dat hij hier en daar enige beharing heeft), geniet zeker de voorkeur boven een exemplaar dat zichtbaar onthaard is.
Kleur
Alle kleuren en kleurcombinaties zijn toegestaan.
Bijzonderheden
Deze hond moet een sierlijk en slank algemeen voorkomen hebben.
Fouten: te dik zijn of een grof voorkomen wordt bestraft; concaaf voorhoofd,
te gerimpelde huid, spitse snuit; afgeronde oren, vleermuisoren; verschillend
gekleurde ogen, lichte ogen, te dicht bij elkaar geplaatste ogen; zwanehals;
een overdreven fijn lichaam, zonder substantie; karperrug; zadelrug. Heupen
die aanmerkelijk breder zijn dan de schouders, te vierkante of te langgerekte
vorm; een krulstaart of kurketrekkerstaart, laag gedragen of tussen de benen
als de hond loopt; smalle voorborst, Iosse ellebogen, hoge en korte bewegingen;
'zwaaiende' bakken, kantelen van de knieschijf (patella-luxatie), koehakkig;
elke andere voet dan een uitgesproken hazevoet; grote behaarde gedeelten op
een willekeurige plaats op het lichaam; een ge- schoren hond.
Diskwalificatie: reuen en teven die groter zijn dan 35,5 cm; gecoupeerde
of gevou- wen oren, zwaar boven- of ondervoorbijten.
Afwijkingen: monorchisme, cryptorchisme; ontbreken van hoektanden.
POEDERONS (POWDER PUFF)
Dezelfde standaard als voor de haarloze variëteit, met uitzondering van de volgende punten:
Oren
De oren mogen ook hangend worden gedragen als gevolg van de zeer zware beharing.
Deze mag echter van de oren worden verwijderd, waardoor ze gaan staan.
Vacht
De ondervacht is zeer kort. De bovenvacht is langer en fijn, en lijkt op een soort voile. Soms wordt een lange vacht verlangd, maar deze mag de beweging niet hinderen. De samenstelling is fijn en zijdeachtig, fijner bij de kleinere en grover bij de grotere honden. De Poederdons wordt in natuurlijke staat getoond, zonder vlechtjes en strikjes.