Hondenrassen
Diverse
  • Gallery
  • Site Catalog
  • Section categories
    Dierinfo [0]
    Hondensport [10]
    CHAT
    200
    Search
    Site friends
  • Paardenrassen
  • Kattenrassen
  • Tattoo Design Gallery
  • Alles-in-één Start
  • Startpunt Online
  • BouwInzicht
  • De Digitale Hub
  • Statistics



    CIRNECO DELL'ETNA 

    Rasgroep: Windhonden

    Aard : Rustig, levendige, vriendelijke, een beetje onafhankelijk.

     

    Gemiddelde levensduur : 12 jaar

    Schouderhoogte : ongeveer 44-46 cm

    Gewicht : ongeveer 10 kg

    Vacht : alle tinten vosrood, wit met oranje vlekjes toegestaan

    Aanleg : hond voor de konijnejacht, gezelschapshond

    Omgang met kinderen : zeer goed

    Omgang met andere honden : goed

    Leefruimte : veel lichaamsbeweging nodig

    Vachtverzorging : nauwelijks

     Standaard

    Algemeen

    Het algemene verschijningsbeeld is dat van een smalvormige type, waarvan de romp in het kwadraat staat, in harmonie met het formaat als zodanig (zogenaamde heterometrie) en lichtelijk in disharmonie met de profiellijnen (zogenaamd alloidisme). Een levendige, lichtgebouwde hond, voorzien van het hoogste reukvermogen en van grote weerstand. Hij is bijzonder geschikt voor op ruw terrein en wordt ingezet voor een speciale manier van konijnenjacht.

    Hoofd

    Langschedelig en smalvormig. De hoofdlengte bedraagt bijna 0,4 (strikt genomen 0,39) van de schouderhoogte. De neusrug is volumineus ontwikkeld met een weinig afgeronde bovenbelijning. Het pigment kan bij een rode, lichtrode en vosrode met witte vacht kastanjekleurig dan wel vleeskleurig zijn. Bij een donkerrode haarkleur wordt uitgesproken donkerkastanje geduld, op het zwarte af, maar nooit zwart. Van op zij gezien steekt de neus boven de verticale lippenstreep uit. De neusrug is rechtlijnig.

    Gebit

    Kaken normaal ontwikkeld, perfect sluitend. Gezonde tanden en kiezen. Onderkaak weinig ontwikkeld, naar achteren wijkend.

    Oren

    Het formaat is driehoekig. De oorlengte mag nooit de helft van de hoofdlengte overtreffen, het is beter als deze minder is. De inplanting moet goed hoog zitten. Het oor wordt staand gedragen.

    Ogen

    Ze lijken eerder klein. De ovale vorm moet niet naar een ronde vorm neigen. Hoewel normaal van grote, ligt het oog vrij diep. De plaats van de oogappel in de oogkas is lateraal, zodat de lijn die de binnen- en de buitenhoeken verbindt, zich niet op horizontaal niveau bevindt. De kleur van de iris is okerkleurig maar niet lieflijk, amberkleurig en ook wel grijs, nooit kastanje of donkernootkleurig. De pigmentatie van de oogleden is gelijk aan die van de neus.

    Lichaam

    De hals is aan de bovenzijde zeer gewelfd (raskenmerk), met een scherpe aftekening van de nek, goed gespierd. De hals gaat zonder enige onderbreking over in de schouderpartij, maar vormt wel een harmonische, vloeiende lijn. De lengte komt overeen met de hoofdlengte. Keelhuid ontbreekt en de huid moet strak om de hals sluiten. De lengte van de romp is gelijk aan die van de schouderhoogte. Lange rug. Borst eerder smal, de borstspieren weinig ontwikkeld. De schouderlijn boven de ruglijn verheven en nauwer wordend naar de schouderbladpunten toe. Het profiel van de rug is recht.
    Schouderhoogte: reuen 46-50 cm, teven 42-46 cm, met 2 cm extra speling voor zowel reu als teef. Gewicht reuen 10-12 kg, teven 8-10 kg.

    Benen

    De schouder is lang en krachtig, goed vrij in zijn bewegingen, met slanke spieren die goed van elkaar gescheiden moeten zijn. De lengte van de schouderbladen moet een derde van de schouderhoogte bedragen. De schouderbladen vormen een hoek van 55 graden ten opzichte van het horizontale vlak.
    De schouderbladpunten moeten dicht bij elkaar zijn geplaatst. De opperarm moet enigszins schuin zijn en de lengte komt overeen met de helft van de hoogte van de voorhand bij de elleboog. De onderarm vormt met zijn lichte botten een rechte, verticale lijn en is een derde van de schouderhoogte. De hoogte van het voorbeen bij de elleboog bedraagt iets meer dan de helft van de schouderhoogte. Van voren gezien moeten de handwortelbeentjes en de middenhandbeentjes de verticale lijn van de onderarm volgen. Ze worden door een fijne huid omsloten en zijn droog. De middenhandbeentjes zijn lang. De dij is lang, breed, met vlakke spieren en een enigszins convex gebogen achterkant. De dijlengte is gelijk aan een derde van de schouderhoogte en loopt schuin ten opzichte van het horizontale vlak.
    Het been moet over de hele lengte droog zijn en lichte botten hebben. De ingroeving in het been is goed aangegeven. De hoeking ten opzichte van het horizontale vlak bedraagt 55 graden, maar toch is het been gebogen. De afstand tussen voet en punt van het spronggewricht mag niet meer dan 27% van de schouderhoogte zijn. De zijde van de spronggewrichten zijn breed. De sprong is laag. De middenvoet is droog en de lengte wordt bepaald door de hoogte van het spronggewricht. Geen hubertusklauwen.

    Voeten

    Voorvoeten rond, kattenvoeten, gesloten en gebogen tenen, harde zolen die de zelfde kleur vertonen als de nagels. Nagels sterk en gebogen, bij een roodbruinevacht kastanjekleurig. Bij een vosrode met witte vacht mogen ze vleeskleurig-roze zijn met een zweem naar kastanjebruin, nooit zwart. Achtervoeten enigszins ovaalvormig met alle kenmerken, zoals die gelden voor de voorvoeten.

    Staart

    Als gevolg van de hoge plaatsing van het bekken, is de staart laag ingeplant. Eerder dik van model en over zijn gehele lengte eenvormig. In rust wordt de staart sabelvormig gedragen en in aandachtige houding over de kroep gebogen. De staartlengte overtreft met enkele centimeters de hoogte van de voorhand bij de elleboog.

    Vacht

    Kortharig op het hoofd, de oren en de ledematen. Halflang-stokharig maar goed glad, en langs de huid lopend op de romp en aan de staart.

    Kleur

    Toegestane kleurslagen : eenkleurig vosrood met de diverse gradaties in zowel intensiteit als in de betreffende verwaterde tinten, te weten isabel (beige) en zandkkleurig (fawn), rood met wit met de bijbehorende gradaties. Witte bles, witte aftekening aan de borst, witte voeten, witte staartpunt, witte buik. De kleur wit wordt minder op prijs gesteld, maar eenkleurig wit of met oranje platen wordt geduld. Toegestaan is een bruin- en vosrode kleur, doorgetrokken met zowel lichtere als donkerder haren.

    Bijzonderheden

    Gangwerk, springerige draf, bij de jacht soepele, flotte drafgang, afgewisseld door galop. Fijne huid, die strak om het lichaam sluit. Het pigment van de huid varieert met de kleur van de vacht. Slijmhuid en neusspiegel mogen nooit zwarte vlekken of pigmentstoornissen vertonen.