Rasgroep: Pinschers en Schnauzers
Aard : levendig, spontaan, zelfverzekerd
![]() |
Gemiddelde levensduur : 11 jaar
Schouderhoogte : hoogtens 70 cm voor reuen
Gewicht : 40 kg voor reuen
Vacht : glad, kort; bruin of blauw, roestbruine aftekeningen
Aanleg : waak- en verdedigingshond, speurhond
Omgang met kinderen : goed
Omgang met andere honden : nogal dominant
Leefruimte : minstens een huis met een tuin, heeft veel beweging nodig
Vachtverzorging : weinig
Standaard
Algemeen
De Dobermann is van middelmatige hoogte, gespierd en krachtig gebouwd. Hij is pezig, elegant en lenig. Zijn uiterlijk verraadt uithoudingsvermogen en snelheid. Zijn houding is fier en rechtop. Het is een vurige en levendige hond die vastberadenheid toont.
Hoofd
Het heeft de vorm van een stompe keg, is langwerpig en droog. De bovenschedel is, van voren of van opzij gezien, zo vlak mogelijk met een flauwe stop. De neuslijn loopt parallel aan de schedellijn. De snuit is onder de ogen goed opgevuld en diep, zonder dat dit echter de keg- of wigvorm schaadt. De lippen sluiten goed aaneen. De neus is zwart, maar bij bruine en blauwe honden is een lichtere kleur toegestaan.
Gebit
Normaal en krachtig (schaargebit).
Oren
Hoog aangezet
Ogen
Vrijwel rond, van middelbare grootte, met een verstandige en energieke uitdrukking. De kleur is donker (bruin). Bij bruine en blauwe honden is een lichtere oogkleur toegestaan.
Lichaam
De hals is goed van lengte, droog en gespierd, en verbreedt zich gaandeweg
naar de borstkas. Het gedeelte van de nek is vlot en sierlijk gebogen. De rug
is kort, stram en gespierd. De schoft komt, vooral bij de reu, duidelijk uit.
De nierpartij is goed gespierd en licht gewelfd. Het kruis is niet te kort en
enigszins afgerond. De tot de elleboog reikende borst is niet te nauw en niet
te breed. De voorborst steekt zichtbaar vooruit. De borstkas is ruim, maar de
ribben zijn niet tonvormig. De buik is iets opgetrokken, zodat de lijn van de
romp licht gewelfd is.
Schouderhoogte: reuen hoogstens 70 cm, (de beste maat is echter 68 cm), teven
63-66 cm, maar hooguit 67 cm.
Benen
De voorbenen zijn van voren en van opzij gezien, recht met zuiver ronde beenderen, gespierd en pezig. Het opperarmbeen is lang en vertoont een goede hoek door het schuin liggende schouderblad, ligt vast tegen het lichaam en is goed gespierd. De dijbeenderen zijn goed gehoekt, de dijen breed en sterk gespierd. De knie is heel duidelijk zichtbaar. De goed gespierde, krachtige sprong heeft een niet al te flauwe buiging. De benen staan loodrecht op de grond.
Voeten
Kort, gebogen en gesloten. Hubertusklauwen zijn niet toegestaan.
Staart
Wordt ingekort (4-6 cm).
Vacht
Kort, hard en dicht. Ligt vlak tegen het lichaam. Mag niet zacht, golvend of dood zijn.
Kleur
Zwart, bruin en blauw met roestrode, scherpomlijnde en zuivere aftekening. Er bestaat ook een izabel-variëteit, maar deze kleur is op het vasteland van Europa niet erkend. In Engeland en Amerika komt men deze kleur wel tegen, en izabelkleurige honden mogen daar worden tentoongesteld.
Bijzonderheden
Gangwerk: verend, beheerst en snel; de achterbenen worden sterk naar
voren gebracht.
Fouten: kort, dik hoofd (dikke wangen); oren die te hoog of te laag aan
het hoofd beginnen; licht oog; te veel of te weinig stop; boven- of ondervoorbijten,
onvolledig gebit; korte, dikke hals en wammen (losse keelhuid); te lange rug,
te korte rug (overbouw), zadel- of karperrug; sterk afhellend kruis; korte,
losse en steile schouder; smalle, vlakke, tonvormige of onvoldoende diepe borst
en het ontbreken van voorborst; Franse stand, O-benen; koehakken; lange, open
voeten, hazevoeten; te lang, zacht of golvend haar; te lichte, te veel en slecht
verdeelde aftekening, witte borstvlek; schuwheid, bangheid en zenuwachtig voorkomen.
De standaard geeft bovendien aan: de eigenschappen zijn trouw, onbevreesdheid, moed en waaksheid; door aangeboren scherpte en schranderheid gemakkelijk af te richten; de ideale huis-, geleide- en waakhond.