Rasgroep: Spitsen en oertypes
FCI 255 Sectie 5
Aard : erg waardig, onafhankelijk, loyaal
Gemiddelde levensduur : 12 jaar
Schouderhoogte : 57-70 cm
Gewicht : 30-45 kg
Vacht : grof bovenhaar met een zachte ondervacht
Aanleg : voortreffelijk waaks; uitstekende jager
Omgang met kinderen : goed
Omgang met andere honden : is zeer dominant
Leefruimte : kan in een kleinere woning worden gehouden, maar moet
echt elke dag flink beweging krijgen
Vachtverzorging : regelmatig borstelen; tijdens de rui vaak
Standaard
Algemeen
Grote hond, robuust gebouwd, goed van verhoudingen en met veel substantie.
De bond ziet er kort en stevig gebouwd uit en toont veel kracht. De verhouding
schouderhoogte x lichaamslengte bedraagt 10:11. Hij is gehoorzaam en intelligent
en heeft een open, maar ook edele en waardige uitdrukking.
Gangwerk: gestreefd wordt naar soepelheid en kracht bij de reu en naar
elegantie en 'vrouwelijkheid' bij de teef.
Hoofd
Ruime, vlakke schedel; aan de voorkant breed met een duidelijk aangegeven stop en een goed zichtbare rimpal over het voorhoofd, matig ontwikkelde wangen, matig lange, krachtige snuit. De neus is recht en heeft een dikke, zwarte neusspiegel; een lichte kleur is toegestaan bij witte honden. Gesloten lippen.
Gebit
Scharend, krachtig gebit.
Oren
Naar verhouding klein; dik en driehoekig. Licht naar voren neigend en duidelijk gespitst. Gescheiden door een matig brede tussenruimte en enigszins afgerond aan de punten.
Ogen
Naar verhouding klein, iets driehoekig, goed uit elkaar geplaatst en donkerbruin. Een donkerder kleur kan worden toegestaan.
Lichaam
Hoge schoft, rechte, korte rug, brede en gespierde lendenen, diepe horst en goed ontwikkelde voorborst, matig gebogen ribben en goed opgetrokken buik. Hals: dik en gespierd, in verhouding passend bij het hoofd. Schouderhoogte: reuen 67 cm, teven 61 cm; 3 cm meer of minder is toegestaan.
Benen
Schouders: matig schuin en goed ontwikkeld. Voorbenen: recht en zwaar van bot. Ellebogen: tegen het lichaam geplaatst en middenvoeten enigszins schuin. Lange dijen, korte onderschenkels, sterke, stevige spronggewrichten.
Voeten
Dik, rond en aaneengesloten. Harde nagels.
Staart
Hoog aangezet, dik en gekruid op de rug gedragen. Uitgerold reikt de punt bijna tot aan het spronggewricht. De staart moet altijd gekruid zijn; naar rechts, naar links, of dubbel gekruid.
Vacht
Recht en grof bovenhaar met een zachte, dichte ondervacht. Op de staart is het haar iets langer en dichter.
Kleur
In Europa zijn alle kleuren toegestaan (gestroomd: zwart, rood, wit enzovoort, zwart, rood, wit en gevlekt); in Japan mag alleen rood, wit of gestroomd.
Bijzonderheden
Fouten : diskwalifikatie voor monorchisme, cryptorchisme, niet gespitste oren, hangende staart, korte staart.Ernstige fouten : angstige bond, ernstig bovenvoor- of ondervoorbijten, lange staart, lange, borstelige vacht.
Minder ernstige fouten : tanggebit, onregelmatige tanden; licht boven- of ondervoorbijten; kleur van de neusspiegel niet passend bij de vachtkleur; met zwart gevlekte tong; ronde, lichte ogen; zeer korte vacht