Hondenrassen |
|
ENGELSE BULLDOG
Rasgroep: Dogachtigen Aard : vreedzaam, zelfverzekerd, aanhankelijk Gemiddelde levensduur : 9 jaar Schouderhoogte : 30-40 cm Gewicht : ongeveer 25 kg Vacht : glad- en kortharig; eenkleurig (met of zonder zwart masker), wit of gevlekt Aanleg : waakse gezelschapshond Omgang met kinderen : voortreffelijk Omgang met andere honden :goed Leefruimte : kan goed op een flat Vachtverzorging : weinig Standaard Algemeen Gladharige, forsgebouwde hond, tamelijk laag op de benen, breed, krachtig en gedrongen. Het hoofd is massief, tamelijk groot in verhouding tot de grootte van de hond, maar geen onderdeel mag zo overheersen dat het afbreuk doet aan de algemene symmetrie, de beweegkracht van de hond belemmert of de hond misvormd doet lijken. Het gezicht is kort, de snuit breed, stomp en opwaarts gebogen. Het korte, goed gevormde lichaam heeft forse, gespierde ledematen. De achterhand is hoog en sterk, maar enigszins licht in verhouding tot de zwaargebouwde voorhand. Teven mogen niet zo massief of zwaar ontwikkeld zijn als reuen. De hond moet een indruk geven van vastberadenheid, kracht en activiteit. Hij is waakzaam, ondernemend, trouw aan de baas, betrouwbaar en moedig. Ondanks zijn onbevreesde voorkomen is hij goedig van aard. Hoofd De schedel moet groot zijn in omtrek; de omtrek (gemeten rond de oren) is ongeveer
gelijk aan de schouderhoogte van de hond. Van voren gezien moet het hoofd zeer
hoog lijken van de hoek van de onderkaak tot het hoogste punt van de schedel.
Het hoofd is ook zeer breed en vierkant. Goed ronde wangen die zijdelings voorbij
de ogen uitsteken. Van opzij gezien moet het hoofd zeer hoog en kort zijn vanaf
de achterzijde tot aan de punt van de neus. Het voorhoofd moet vlak zijn, en
niet bol of naar beneden voor het gelaat uitsteken. Het vel op het voorhoofd
en hoofd is zeer los en goed gerimpeld. Gebit Brede, vierkante kaak met zes kleine snijtanden tussen de hoektanden, in een regelmatige rij. De hoektanden staan ver van elkaar. Deze tanden moeten groot, sterk en onzichtbaar zijn als de mond is gesloten. Vanaf de voorkant gezien moet de onderkaak direct onder de bovenkaak en parallel hieraan zijn. Oren Hoog aangezet: de voorste binnenrand van elk oor moet (van voren gezien) de buitenste lijn van de schedel bij de hoek van die omtreklijn ontmoeten, zodat ze ver uit elkaar liggen en zo hoog en zo ver van de ogen als mogelijk is. De oren zijn klein en dun. Een 'rozeoor' is juist; dat wil zeggen dat het oor zich aan het achtergedeelte binnenwaarts vouwt, zodat een deel van het inwendige zichtbaar is. Ogen Van voren gezien moeten de ogen laag in de schedel liggen, zo ver mogelijk van de oren af. Ogen en stop moeten in een rechte lijn liggen, waarop de groef loodrecht staat. Ze moeten zo ver mogelijk van elkaar staan, maar de buitenste hoeken moeten wel binnen de buitenste lijnen van de wangen liggen. Rond van voren, matig groot. Ze mogen niet diep liggen of uitpuilen. Ze zijn zeer donker van kleur, bijna zwart, en mogen wit tonen als de hond recht vooruit kijkt. Lichaam De hals is van middelmatige lengte (eerder kort dan lang), zeer fors, diep en sterk, van achteren goed gebogen, met veel losse, dikke, gerimpelde huid vanaf het strottehoofd, die aan weerszijden wammen vormt, vanaf de onderkaak tot aan de borst. De schouders zijn breed, schuin en laag, zeer sterk en gespierd, en geven de indruk alsof ze aan het lichaam zijn aangehecht. De ronde borstkas moet ruim en zeer diep zijn van het hoogste punt van de schouders tot het laagste punt, waar de borst wordt gevormd. De borstkas hangt goed tussen de voorbenen in, is groot in omtrek en rond achter de voorbenen (mag dus geen vlakke zijden hebben; de ribben moeten goed gewelfd zijn). De rug moet kort, sterk, breed bij de schouders en betrekkelijk smal bij de lendenen zijn. Een lichte daling in de rug direct na de schouders (laagste punt), waarna de ruggegraat moet stijgen naar de lendenen (top moet hoger zijn dan de top van de schouders) en weer plotseling naar de staart afbuigt, een boog vormend, is een bijzonder kenmerk van het ras. De ribben lopen ver naar achteren door; de onderbelijning is met een opgetrokken buik, die niet mag hangen. Gewicht: reuen 25 kg, teven 22,7 kg. Benen De voorbenen zijn zeer stevig en sterk, goed ontwikkeld en ver uit elkaar geplaatst, fors gespierd en recht. Geen kromme benen of o-benen. De voorbenen zijn kort in verhouding tot de achterbenen, maar niet zo kort dat de rug er lang door lijkt of dat het de beweeglijkheid van de hond hindert en hem slecht ter been maakt. De ellebogen moeten laag zijn en goed vrij van de ribben staan. De middenvoeten zijn kort, recht en sterk. De zware en gespierde achterbenen zijn in verhouding langer dan de voorbenen, zodat de lendenen hoger komen te staan. De hakken zijn enigszins gebogen en met een regelmatig verloop. De benen zijn lang en gespierd vanaf de lendenen tot aan de sprongen. De onderbenen moeten sterk, kort en recht zijn. De ronde kniegewrichten staan enigszins van het lichaam af. De spronggewrichten neigen daardoor naar elkaar en de achtervoeten draaien hierdoor naar buiten. Voeten Rechte voorvoeten, iets naar buiten gedraaid, van middelmatige grootte en vrijwel rond. Achtervoeten rond en compact. Aaneengesloten en stevige tenen, van elkaar gescheiden, waardoor de knokkels hoog worden en in het oog vallen. Staart De staart is laag aangezet, steekt nogal uit en buigt vervolgens neerwaarts. Rond, glad en zonder franje of ruwe haren. De staart moet matig van lengte zijn, eerder kort dan lang, dik bij de wortel en snel afnemend tot een dunne punt. Hij wordt benedenwaarts gedragen (geen bepaalde opwaartse krul aan het einde vertonend). De hond mag hem niet over zijn rug kunnen dragen. Vacht Fijn van samenstelling, kort, dicht en glad (het haar is hard omdat het kort en dicht is, maar niet ruw). Kleur Eenkleurig of eenkleurig met een zwart masker of een zwarte snuit. De kleur moet glanzend en zuiver zijn, namelijk gestroomd, rood met verschillende variëteiten, reekleurig, vaalbruin, enzovoort; wit en witgevlekt (een van de genoemde kleuren met wit). Leverkleurig, zwart en black-and-tan zijn zeer ongewenst. Bijzonderheden Gangwerk: dit is merkwaardig, zwaar en gedrongen, waardoor het lijkt
of de hond met korte, snelle stappen op de punten van zijn tenen loopt en zijn
achtervoeten nauwelijks opheft, maar daarmee over de grond lijkt te scheren;
hij loopt met een van zijn schouders lichtelijk vooruit. |
Copyright MyCorp © 2024 Contact Us |