Rasgroep: Pinschers en Schnauzers - Molossers en Zwitserse Sennenhonden
FCI
147 Sectie 2.1
Aard : geboren beschermer, ernstig en kalm
![]() |
Gemiddelde levensduur : 12 jaar
Schouderhoogte : reuen 60-68 cm, teven 55-63 cm
Gewicht : 45-60 kg voor reuen
Vacht : black-and-tan zonder witte aftekeningen
Aanleg : waak- en verdedigingshond
Omgang met kinderen : goed
Omgang met andere honden : zeer dominant
Leefruimte : bij voorkeur een huis met een tuin
Vachtverzorging : weinig
Standaard
Algemeen
De Rottweiler is een meer dan middelmatig grote, krachtige hond, die niet plomp
of licht en ook niet hoogbenig of slap is. Het korte, gedrongen en krachtige
lichaam verenigt grote schranderheid, buitengewone aanhankelijkheid, werklust,
gewilligheid en betrouwbaarheid met grote kracht en een taai uithoudingsvermogen.
De algemene indruk die hij maakt is die van oerkracht en moed. Uit zijn rustige
blik straalt goedmoedigheid en onwankelbare trouw. Zijn wezen toont geen zweem
van onrust, gejaagdheid of minderwaardigheid. Achterdocht, arglistigheid of
valsheid zijn hem niet eigen.
Hoofd
Middelmatig lang. De schedel is breed tussen de oren. Het voorhoofd is van
opzij gezien matig gewelfd. De stop is goed aangegeven. Het achterhoofdsbeen
is goed ontwikkeld, maar niet zichtbaar. De wangen zijn zwaar gespierd, zonder
sterk uit te steken. Het jukbeen is goed getekend. De rechte neusrug is niet
erg lang: van de wortel tot de neuspunt niet langer dan de hersenpan van het
achterhoofdsbeen tot de stop.
De goed gevormde neusspiegel is meer breed dan rond, met naar verhouding grote
openingen, en altijd zwart. De lippen zijn eveneens zwart, sluiten goed en lopen
geleidelijk af naar de niet erg ontwikkelde mondhoek. De huid ligt op het hoofd
overal even strak. Als de hond echter zijn aandacht ergens op vestigt, mogen
er rimpels in ontstaan.
Gebit
Sterk schaargebit. De snijtanden in de bovenkaak scharen vóór die in de onderkaak.
Oren
Klein en driehoekig. Staan zo ver mogelijk van elkaar af, zijn hoog aangezet en doen de bovenschedel breder lijken. Hangen goed naar voren en bedekken de ooropening.
Ogen
Middelmatig groot. Donkerbruin. Met een trouwhartige, goedmoedige en zelfbewuste uitdrukking. De oogleden sluiten goed aan.
Lichaam
De hals is krachtig, rond en breed. Hij is sterk gespierd en komt met een enigszins
gewelfde halslijn uit de schouder op. De hals is tamelijk droog, zonder zichtbare
wam of veel losse keelhuid. De voorhand vertoont een lange, goed geplaatste
schouder. De bovenarm ligt goed maar niet te stijf tegen het lichaam. De onderarm
is sterk ontwikkeld en gespierd. De licht verende middenvoet is krachtig en
niet te steil. De borst is ruim, breed en diep. Rechte, sterke rug. De nierstreek
is kort, krachtig en diep. De flanken mogen niet opgetrokken zijn. Het korte
en brede kruis helt niet af. De korte dijen zijn breed en krachtig gespierd.
De lange schenkel is van boven zwaar gespierd en van onderen pezig en sterk.
De sprong is goed gebogen, maar zonder overdrijving en, nog minder steil.
Schouderhoogte: reuen 60-68 cm, teven 55-63 cm. De schouderhoogte is steeds
in goede verhouding tot de gehele verschijning.
Benen
De voorbenen zijn van alle kanten gezien recht en staan niet te dicht bij elkaar.
Voeten
Rond, goed gesloten en gewelfd. Zeer harde zolen. Korte, sterke en donkergekleurde nagels. De achtervoeten zijn iets langer dan de voorvoeten, maar goed gesloten, met sterke tenen en zonder hubertusklauwen.
Staart
Stompstaart. Wordt zo mogelijk waterpas gedragen. De korte staart begint hoog
en verlengt de ruglijn horizontaal. De hond wordt zelden geboren met een stompstaart.
Als de staart te lang is, moet hij worden gecoupeerd.
Vacht
Zogenaamd Stokhaar: kort, grof en hard. De ondervacht is onvoorwaardelijk voorgeschreven op de hals en de staart, maar mag niet door het dekhaar heen komen. Aan de voor- en achterbenen en aan de staart is het haar langer, maar eerder kort dan lang en het ligt plat.
Kleur
Zwart, met scherp omgrensde, zo donker mogelijke aftekeningen op wangen, snuit, borst, benen en boven de ogen. De aftekening is mahonie tot lichtbruin.
Bijzonderheden
Gebreken: lichte, slappe, overbouwde, hoogbenige, te plompe verschijning;
te lange, smalle lichaamsbouw; uitstekend achterhoofdsbeen; jachthondehoofd,
jachthondesnuit of jachthondeuitdrukking; smal, lang of ook te kort, plomp hoofd;
vlak gezicht, dat wil zeggen het ontbreken van de stop of een te flauwe stop;
lange of te puntige snuit; te zware wangen; ramsneus of een gespleten neus,
ingedeukte, afheilende of gebogen neus; lichte of vleeskleurige neuspunt; lippen
en mondhoek die niet sluiten; aangetast of zelfs ziek gebit; boven- of ondervoorbijten;
het ontbreken van premolaren; rimpelige hoofdhuid; te laag aangezette, zware,
lange of smalle, slappe of naar achteren omgeslagen, zijwaarts afstaande of
verschillend gedragen oren; lichte ogen, spleetogen, afwijkend ooglid, stekende
ogen, puilogen; te lange, dunne, zwak gespierde bals; sterke wammen of keelhuid;
steile of losse schouder; nauwe of niet rechte voorhand; zwakke of te steiie
middenvoeten, gespreide, zwakke of te steile voeten; lichte nagels; onontwikkelde
tenen; borstkas met vlakke ribben; te lange of zwakke rug, zadelrug, karperrug;
afhellend kruis; te zwaar, plomp lichaam; sterk opgetrokken flanken; achterhand
met vlakke dijen; nauw in de sprongen; koehakkigheid of O-benen; steile of te
sterk gebogen sprong; hubertusklauwen; te hoog of te laag geplaatste, te dunne
of te lange staart; zacht, te kort, te lang of open haar, krulhaar, volkomen
afwezigheid van onderhaar; witte tekening aan tenen of andere lichaamsdelen,
verkeerde kleuren, onvoldoende scherp begrensde tekening. De effen roodgele
Rottweiler met een zwart of licht masker of een zwarte aalstreep op de rug,
evenals anders gekleurde Rottweilers zoals blauwe of bruine exemplaren worden
niet erkend. Dat zelfde geldt voor langharige Rottweilers.
Angstige schuwe en vreesachtige honden worden geheel uitgesloten.