Rasgroep: Retrievers en waterhonden
FCI 167 Sectie 2
Aard : vrolijk, levendig, zacht
![]() |
Gemiddelde levensduur : 12 jaar
Schouderhoogte : ongeveer 38 cm voor een reu
Gewicht : 10-12 kg
Vacht : zwart of elke andere effen kleur
Aanleg : gezelschaps- en tentoonstellingshond
Omgang met kinderen : voortreffelijk
Omgang met andere honden : erg goed
Leefruimte : kan op een flat; moet wel ruim beweging krijgen
Vachtverzorging : zeer regelmatig borstelen; elke 6-8 weken naar de trimsalon
Standaard
Algemeen
De Amerikaanse Cocker Spaniel is het kleinste lid van de jachthondengroep. Hij heeft een stevig en compact lichaam en een zuiver besneden elegant hoofd, terwijl de hond in zijn geheel volledig in balans en van de ideale maat moet zijn. Hij moet op rechte voorbenen staan en een goede schouderhoogte hebben, waarbij de stevige, rechte ruglijn enigszins afloopt naar de sterke gespierde achterhand. Hij is in staat om een aanzienlijke snelheid te ontwikkelen en beschikt over een goed uithoudingsvermogen. Hij moet beslist vrolijk zijn, een zuiver en evenredig totaalbeeld vertonen, in actie een levendige neiging tot werken hebben en ook gelijkmatig van karakter zijn zonder enige zweem van angst.
Hoofd
Hij heeft een goed gevormd hoofd dat in evenredigheid moet zijn met de rest van de hond en dat moet voldoen aan het volgende: de schedel is gewelfd, maar niet overdreven en neigt niet naar vlakheid. De wenkbrauwen komen goed uit en er is een diepe stop. Het bot onder de ogen dient fijn besneden te zijn en mag niet uitpuilen. De voorsnuit is breed en diep, met vier- kante, gelijke kaken. De bovenlip is vol en heeft voldoende diepte om de onderkaak te bedekken. Voor een juiste verhouding dient de afstànd van de stop tot de neuspunt de helft te zijn van de afstand van de stop tot de schedelbasis, gemeten over de kruin. Neus van voldoende grootte om een evenredig geheel te vormen met de voorsnuit en het aangezicht, met goed ontwikkelde neusgaten, welke typerend zijn voor een jachthond. Zwarte en blackand-tan honden moeten een zwarte neus hebben. Bij de andersgekleurden mag de kleur bruin, leverkleurig of zwart zijn, hoe donkerder hoe beter. Neuskleur en kleur van de oogranden dienen met elkaar in overeenstemming te zijn.
Gebit
Sterke, gave tanden, niet te klein. Gebit is scharend.
Oren
Lobvormig, lang, fijn en dun. Goed bevederd en niet hoger aangezet dan in lijn met het onderste ooglid.
Ogen
Oogbollen rond en vol, enigszins amandelvormig lijkend. Oogranden moeten goed aansluiten. Kleur van de iris: donkerbruin. Uitdrukking is intelligent, opmerkzaam, zacht en innemend.
Lichaam
Ideale schouderhoogte 38,1 cm voor een volwassen reu en 35,58 cm voor een volwassen
teef. De hoogte mag 1,27 cm onder of boven de ideale maat zijn. Een reu die
hoger is dan 39,37 cm of een teef die hoger is dan 36,83 cm zal worden gediskwalificeerd.
Een volwassen reu waarvan de hoogte minder is dan 36,83 cm of een volwassen
teef met een hoogte van minder dan 34,29 cm dienen te worden bestraft. Lichaam
kort en compact, zit stevig in elkaar en maakt een krachtige indruk. De rug
is sterk, loopt licht en gelijkmatig af van de schouders tot de aanzet van de
staart. De heupen zijn breed en de achterhand is goed gerond en gespierd. De
ribben moeten diep zijn en goed gewelfd. De borst is diep met het laagste punt
niet dieper dan de ellebogen.
De Amerikaanse Cocker Spaniel mag nooit een lange en lage indruk maken. Nek
gespierd en een vrij Iosse keelhuid. De schouders liggen goed naar achteren
en vormen met het opperarmbeen een hoek van ongeveer 90°, waardoor de hond gemakkelijk
een naar voren uitgrijpend gangwerk kan ontwikkelen..
Benen
Voorbenen: evenwijdig aan elkaar recht, met sterke botten en spieren. Polsen: kort en sterk. Achterbenen hebben sterke botten en spieren, een goede kniehoeking.Hakken zijn sterk en laag geplaatst. Achterbenen van achteren gezien evenwijdig aan elkaar, zowel in beweging als staand.
Voeten
Compact, groot, rond en stevig met hoornachtige voetzolen, niet naar binnen of naar buiten draaiend. Hubertusklauwen aan achter- of voorbenen mogen worden verwijderd.
Staart
De gecoupeerde staart is aangezet en wordt gedragen in het verlengde van de ruglijn of iets hoger; nooit rechtop zoals bij een terrier en nooit zo laag dat de indruk van angst wordt gewekt.
Vacht
Op het hoofd kort en fijn; op het lichaam van middelmatige lengte met voldoende ondervacht om bescherming te geven. Oren, borst, buik en benen zijn goed bevederd, maar nietzo overdadig dat daardoor de werkelijke belijning en het gangwerk worden verdoezeld. Haarstructuur is zeer belangrijk. De vacht moet zijdeachtig, glad of licht golvend zijn en de structuur moet zo zijn, dat een gemakkelijk onderhoud mogelijk is. Eenoverdadige, krullige of pluizige vacht moet worden bestraft.
Kleur
Zwart; geheel zwart of zwart met bruine aftekening (black-and-tan). Zwart is
gitzwart. Een weinig wit op de borst en/of de keel is toegestaan; elders op
het lichaam leidt het tot diskwalifikatie. Anders eenkleurig, egaal, eventueel
een lichtere kleur van de bevedering toegestaan (wit als bij 'zwart')
Bont: twee of drie duidelijk gescheiden kleuren, waarvan er één wit moet zijn.
Schimmelkieurigen vallen onder de bonte variëteit. Zwarte en black-and-tan honden
moeten een zwarte neusspiegel hebben. Bij de anders gekleurden mag de kleur
bruin, leverkleurig of zwart zijn.
Tan-aftekening: de kleur van het tan mag variëren van het lichtste creme tot
het donkerste rood en moet beperkt blijven tot 10% of minder van de kleur van
de hond; tan-aftekening die deze 10% overschrijdt, leidt tot diskwalifikatie.
Wanneer er bij de zwarten en andere eenkleurigen sprake is van tan-aftekeningen,
dan moeten dezezich op de volgende plaatsen bevinden:
- een duidelijke tan-vlek boven ieder oog;
- aan weerszijden van de voorsnuit en op de wangen;
- aan de binnenzijde van de oren;
- aan alle voeten en/of benen;
- onder de staart;
- op de borst (niet verplicht; aanwezigheid of afwezigheid op deze plaats wordt
niet bestraft).
Als tan-aftekeningen niet duidelijk zichtbaar zijn, of nauwelijks aanwezig,
moet dat worden bestraft. Zo ook tan op de voorsnuit dat te ver naar boven doorloopt
en daar samenvIoeit. Wanneer bij een zwarte hond met tan-aftekening of bij een
andere eenkleurige hond met tan-aftekening het tan op een der hierboven gespecificeerde
plaatsen ontbreekt, volgt diskwalifikatie.
Bijzonderheden
Gangwerk: hoewel de Amerikaanse Cocker Spaniel de kleinste van de jachthondengroep
is, heeft hij toch een typisch jachthondengangwerk. Een eerste vereiste voor
een goed gangwerk is de balans tussen voor- en achterhand. Hij moet stuwkracht
leveren met zijn sterke, krachtige achterhand; de schouders en voorbenen moeten
zodanig gevormd zijn, dat hij voorwaarts kan uitgrijpen en zonder belemmering
een evenwicht kan vinden met de stuwkracht van de achterhand. Bovenal dient
het gangwerk gecoördineerd, vloeiend en moeiteloos te zijn. De hond moet bij
het gaan veel grond beslaan; overdadige beweeglijkheid mag nooit worden verward
met een juist gangwerk.
Diskwalificatie volgt bij een afwijking in kleur en aftekening. Zwart: witte
aftekeningen behalve op de borst en de keel; idem bij andere eenkleurigen, bonten
en blackand-tans. Black-and-tans: tan-aftekening van meer dan 10%; tan-aftekeningen
die niet duidelijk zichtbaar zijn in de ring of het ontbreken van tan-aftekening
op een van de voorgeschreven plaatsen.
Bonten: wanneer de hoofdkleur 90% of meer bedraagt; wanneer de andere kleur
of kleuren tot één plaats beperkt zijn.
Hoogte: reuen hoger dan 39,37 cm; teven hoger dan 36,83 cm.